De advocaat van de 30-jarige verdachte wraakte op 3 mei de rechter-commissaris omdat zij vooringenomen zou zijn in het afwijzen van onderzoekswensen. Ook zou zij zich niet hebben gehouden aan de opdracht van de rechtbank. De wrakingskamer oordeelt dat er geen sprake is van partijdigheid en dat de rechter-commissaris zich heeft gehouden aan de opdracht van de rechtbank.