De rechtbank Midden-Nederland, afdeling civiel, hanteert het hieronder vermelde beleid voor de parkeerrol in handelszaken. Dit beleid geldt voor alle zaken die naar de parkeerrol worden verwezen of al op de parkeerrol staan.
Uitgangspunten van het beleid zijn:
- De parkeerrol is een administratieve voorziening voor zaken waarin tijdelijk niet wordt voortgeprocedeerd. De parkeerrol is niet bedoeld voor zaken waarin redelijkerwijs niet valt te verwachten dat de procedure binnen afzienbare tijd wordt voortgezet.
- Doorhaling van een zaak op de parkeerrol heeft als zodanig geen gevolgen voor de rechtsverhouding tussen partijen (artikel 246 lid 2 Rv). De zaak blijft aanhangig vanaf de dag van dagvaarding (artikel 125 lid 1 Rv). Een doorgehaalde zaak kan door partijen opnieuw worden opgebracht op de wijze als voorzien in artikel 7.6 van het landelijk rolreglement.
De volgende zaken zullen, behoudens andersluidende instructie van partijen, worden doorverwezen naar de volgende parkeerrol:
- zaken waarin partijen in afwachting zijn van een door de rechtbank gelast deskundigenonderzoek,
- zaken waarin een deskundigenbericht is gelast en waarbij de kosten van de deskundige in debet zijn gesteld,
- vrijwaringszaken die in afwachting van de hoofdzaak naar de parkeerrol zijn verwezen,
- zaken die naar de parkeerrol zijn verwezen in afwachting van een uitspraak in hoger beroep of cassatie.
Alle overige zaken zullen in beginsel worden doorgehaald. Een instructie tot verwijzing naar de volgende parkeerrol zal de rechtbank in beginsel in die zin uitleggen dat partijen het geding niet binnen afzienbare termijn wensen voort te zetten. In bijzondere gevallen zal de rolrechter per individuele zaak beslissen.