Op 9 mei 2021 reed de verdachte naar de Beeksteeg in Haarlem. Hij schoot van dichtbij met een vuurwapen gericht op het slachtoffer. Hierdoor werd het slachtoffer in het hoofd geraakt. Direct na het incident reed de verdachte weg, zonder zich te ontfermen over het slachtoffer. Twee dagen na het schietincident overleed het slachtoffer aan zijn verwondingen.

De rechtbank vindt niet bewezen dat de verdachte heeft geschoten met als doel om het slachtoffer te doden. Maar doordat de verdachte op korte afstand stond en de trekker heeft overgehaald, heeft hij de kans aanvaard dat het slachtoffer zou komen te overlijden. 

De rechtbank vindt dit een zeer ernstig feit. De verdachte heeft het slachtoffer het meest fundamentele recht ontnomen, namelijk het recht op leven. Hij wordt daarom veroordeeld voor doodslag en verboden wapenbezit.

Met zijn daad heeft de verdachte diep leed toegebracht aan de nabestaanden en andere mensen in de nabijheid van het slachtoffer. Uit de slachtofferverklaringen die tijdens de zitting werden voorgelezen, blijkt hoe groot de impact is die het schietincident op de nabestaanden heeft. De verdachte moet een vergoeding voor immateriële schade betalen aan de ouders, twee zonen en de zus van het slachtoffer.