De verdachte heeft zijn vader op zeer gewelddadige wijze van het leven beroofd. Gelet op wat de verdachte tegen 112 heeft gezegd in combinatie met het forensisch onderzoek acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte naast het slaan met een fles en het steken met een mes ook een kussen op de mond en neus van zijn vader heeft gedrukt.
Met zijn handelen heeft de verdachte een einde gemaakt aan het leven van zijn vader en heeft dat ook bekend. De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte vooraf al van plan was om zijn vader van het leven te beroven, dus wordt hij vrijgesproken van moord. De rechtbank veroordeelt hem voor doodslag.
In de week voor het feit was bij de verdachte sprake van een wanhopige stemming en suïcidale gedachtes. In deze toestand ging hij naar zijn vader. De rechtbank volgt dan ook het advies van deskundigen om hem het feit verminderd toe te rekenen, maar rekent hem wel aan dat hij geen volledige openheid van zaken heeft gegeven over wat er precies gebeurd is die avond. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 9 jaar gevangenisstraf.