Aan de moeder van het slachtoffer is € 20.000,- aan shockschade toegekend nu zij het verminkte lichaam van haar zoon heeft moeten identificeren. Er is een verklaring van een psycholoog overgelegd waaruit blijkt dat de moeder daardoor een posttraumatische stress stoornis heeft opgelopen. Ook is aan de moeder € 17.500,- toegekend wegens affectieschade.
De vorderingen tot shock- en affectieschade van de zus van het slachtoffer zijn niet ontvankelijk verklaard. Dat de zus door de dood van haar broer diep is getroffen staat buiten twijfel maar haar vorderingen voldoen niet aan de eisen die de wet stelt. Voor shockschade moet rechtstreekse confrontatie hebben plaatsgevonden met het lichaam, voor affectieschade van zussen of broers van een overledene biedt de wet in beginsel geen mogelijkheid.