Laden...

Beslissing IND over geweigerde verblijfsvergunning Surinaamse ex-Nederlander moet opnieuw

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Beslissing IND over geweigerde verblijfsvergunning Surinaamse ex-Nederlander moet opnieuw
Haarlem, 08 november 2024

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de IND opnieuw moet beslissen op een aanvraag om een verblijfsvergunning van een Surinaamse ex-Nederlander. Deze man woont al langere tijd illegaal in Nederland. De IND heeft onvoldoende rekening gehouden met zijn bijzondere positie als voormalige Nederlander. Ook moet de IND erbij betrekken dat op 1 januari 2025 een pardonregeling ingaat.

Aanvraag verblijfsvergunning

De man is in 1973 geboren. In 1975 werd Suriname onafhankelijk. Hij kreeg toen de Surinaamse nationaliteit. Sinds 1997 woont de man in Nederland. Zijn broers en zussen wonen ook in Nederland. Sommige van hen hebben de Nederlandse nationaliteit en ze wonen allemaal legaal in Nederland.

De man heeft een verblijfsvergunning gevraagd op grond van 'wedertoelating' (een regeling voor oud-Nederlanders) en op grond van het recht op een beschermenswaardig privé- en familieleven. De IND heeft de aanvraag afgewezen. Volgens de IND moet de man terug naar Suriname om daar een machtiging tot voorlopig verblijf aan te vragen. De man vindt dat hij wordt gediscrimineerd omdat de regels minder gunstig uitwerken voor oud-Nederlanders uit Suriname of uit Nederlands-Indië.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank vindt dat de IND de afwijzing van de verblijfsvergunning niet genoeg uitgelegd heeft. De IND is niet ingegaan op de familiebanden van de man met Nederland en op zijn bijzondere positie als voormalig Nederlander. Oud-Nederlanders hebben volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een iets betere uitgangspositie dan immigranten die niet eerder de Nederlandse nationaliteit hebben gehad. De IND heeft hier niets mee gedaan. Dat had wel gemoeten.

Naar het oordeel van de rechtbank is ook de nieuwe pardonregeling van belang. Op grond van deze tijdelijke regeling voor de verlening van een verblijfsvergunning aan langdurig in Nederland verblijvende Surinaamse vreemdelingen kan de man waarschijnlijk bij de gemeente Amsterdam een verblijfsvergunning aanvragen. Dit moet hij dan doen tussen 1 januari 2025 en 1 juli 2025. Die verblijfsvergunning kan hij krijgen zonder dat hij eerst terug naar Suriname moet. De IND kon geen rekening houden met de pardonregeling omdat die bij de afwijzing nog niet bestond. Maar bij het nieuwe besluit kan en moet de IND dat wel doen.

Uitspraken