Laden...

Bezwaar gegrond: taakstraf mag niet worden omgezet in vervangende detentie

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Bezwaar gegrond: taakstraf mag niet worden omgezet in vervangende detentie
Alkmaar, 09 december 2021

De rechtbank Noord-Holland heeft bepaald dat een 27-jarige man uit Hoorn een nieuwe kans moet krijgen om binnen zes maanden zijn openstaande taakstraf te verrichten van 16 uur. Deze taakstraf mag tot die tijd niet worden vervangen door detentie. De rechtbank vindt dat de instantie die de straffen coördineert, het AICE, niet naar het totale beeld van de dader heeft gekeken. Mede gelet op de recente ervaringen in het kindertoeslagschandaal mag van een overheidsorganisatie anders worden verwacht, oordeelt de rechtbank.

Veroordeling

De man was eerder veroordeeld voor het rijden zonder rijbewijs en kreeg een taakstraf opgelegd van 40 uur. Als hij die niet zou volbrengen, zou dat staan voor 20 dagen hechtenis. In de zomer heeft hij 8 uur gewerkt. Vanwege ziekte zoals schizofrenie en depressie, medicatie en financiële problemen was hij niet in staat om de resterende uren te werken. In november liet het Openbaar Ministerie aan de man weten dat de overgebleven 32 uur taakstraf werd omgezet in vervangende hechtenis van 16 dagen. De man werd begin december aangehouden. Terwijl hij al in detentie zat heeft hij hiertegen bezwaar gemaakt. Hij wil een nieuwe kans om de taakstraf alsnog te verrichten.

In dit geval is bijzonder dat de man ook een taakstraf had openstaan die hij kreeg opgelegd voor een ander delict. Ook die taakstraf zou worden omgezet in vervangende hechtenis. De man maakte daartegen bezwaar dat al werd behandeld afgelopen 17 november. De rechter verklaarde het bezwaar toen gegrond en hij kreeg een nieuwe kans om zijn taakstraf te verrichten. Het Openbaar Ministerie vindt gelet op die uitspraak dat de man ook in deze zaak een allerlaatste kans verdient en dat het bezwaarschrift gegrond moet worden verklaard.

AICE

Het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE) coördineert namens de minister van Justitie en Veiligheid sinds 1 januari 2020 de uitvoering van straffen in ons land. Omdat de man bezwaar had gemaakt tegen de omzetting van zijn straf, verzocht eerst de advocate van de man en later het Openbaar Ministerie het AICE de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis te schorsen in afwachting op de uitspraak van de rechtbank. Dat bezwaar zou volgens het Openbaar Ministerie zeer waarschijnlijk gegrond worden verklaard, net als het eerste. Het AICE wees deze verzoeken echter af waardoor de man nog steeds in detentie zit.

Oordeel rechtbank

De rechtbank stelt vast dat de AICE de tenuitvoerlegging zou moeten coördineren, maar dat deze zaak zich juist kenmerkt door een gebrek daaraan. De man zal zijn straf moeten ondergaan, oordeelt de rechter. Maar daarbij is maatwerk van belang, zeker in het geval van deze veroordeelde die lijdt aan schizofrenie en angststoornissen. Nergens blijkt uit dat het AICE bij de beslissingen rekening heeft gehouden met het totale beeld van de dader, vindt de rechter. De beslissingen van het AICE hebben een hoog 'computer-says-no'-gehalte. Mede gelet op de recente ervaringen in het kindertoeslagschandaal mag van een overheidsorganisatie anders worden verwacht.

Er zijn sinds de uitspraak van de rechter op het eerste bezwaarschrift op 17 november, geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die moeten leiden tot een andere uitkomst. De rechtbank verklaart het bezwaarschrift daarom gegrond. De tijd die hij in detentie zit, wordt verrekend met de 32 uur taakstraf die hij nog moest verrichten. De rechtbank bepaalt daarom dat hij binnen zes maanden nog 16 uur taakstraf moet volbrengen.

Uitspraken