De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van een BOA en een mishandeling van diens collega. Nadat de verdachte door de BOA's werd aangesproken, heeft hij buitensporig geweld toegepast. Dat het letsel beperkt is gebleven tot een hersenschudding mag een wonder heten en is niet te danken aan het handelen van de verdachte, nu hij tegen het hoofd heeft geschopt alsof hij een penalty nam. De geweldsexplosie is volstrekt ontoelaatbaar, zeker nu het gaat om ambtenaren die aan het werk waren ter beveiliging en in dienst van de maatschappij.
Het beroep op noodweer volgt de rechtbank niet. De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte wist dat zijn handelen gericht was tegen BOA's en dat hij niet op deze wijze op zijn staandehouding mocht reageren. De verdachte heeft zich op de zitting berouwvol en kritisch over zijn eigen handelen getoond. De rechtbank ziet mede daarom aanleiding een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen, waardoor de verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis. Dit biedt deze nog jonge verdachte de kans te laten zien dat hij voortaan in dit soort situaties anders zal handelen. Tegelijkertijd dient de voorwaardelijke straf als waarschuwing voor de verdachte.