De rechtbank beoordeelt het rijgedrag van de verdachte als aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend. Door te handelen zoals hij heeft gedaan, heeft de verdachte zich onverantwoordelijk gedragen in het verkeer, met bijzonder ernstige gevolgen voor de inzittenden van de bedrijfsbus en de bestuurder van de personenauto. Het ongeluk had en heeft nog steeds grote impact op de slachtoffers die ernstig gewond zijn geraakt. De nabestaanden van de overleden slachtoffers ondervinden nog dagelijks het enorme gemis van hun dierbare. De rechtbank realiseert zich dat geen enkele op te leggen straf de enorme impact en het gemis van een dierbare kan wegnemen.
De rechtbank acht een minder zware vorm van schuld bewezen dan de officier van justitie had betoogd en vindt een celstraf van 4 maanden op zijn plaats. De rechtbank komt daarmee tot een lagere straf dan de officier van justitie, die 8 maanden gevangenisstraf had geëist.
De vorderingen van de slachtoffers en nabestaanden voor een schadevergoeding verklaart de rechtbank niet-ontvankelijk. Een verzekeringsmaatschappij heeft al een deel van hun schade vergoed, maar het is niet duidelijk geworden hoeveel en aan wie er is uitgekeerd. Een behandeling van de vordering vormt daardoor een onevenredige belasting van dit strafproces. De vorderingen kunnen bij de burgerlijk rechter worden ingediend.