De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan aanranding van het slachtoffer in Haarlem en verkrachting van het slachtoffer in Amsterdam. De ongewenste ontuchtige handelingen zijn ernstige gedragingen die een grove inbreuk hebben gemaakt op de lichamelijke integriteit van de twee slachtoffers. Hoewel het voor de verdachte duidelijk moet zijn geweest dat de slachtoffers niet gediend waren van zijn handelingen, heeft hij zijn grensoverschrijdend gedrag doorgezet. De rechtbank vindt dit bijzonder ernstig.
In de strafmaat heeft de rechtbank meegewogen dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld. Wel heeft de verdachte in 2012 een transactie van 500 euro betaald in verband met een aanranding in 2011. De rechtbank vindt een forse stok achter de deur nodig zodat de verdachte niet nog een keer de fout in gaat. Aan het voorwaardelijke deel van zijn straf, verbindt de rechtbank daarom bijzondere voorwaarden, waaronder het meewerken aan ambulante behandeling. Ook moet de verdachte het slachtoffer in Haarlem een vergoeding betalen van 750 euro voor immateriële schade.