Hoewel de verdachte niet het brein was achter de strafbare feiten, vindt de rechtbank bewezen dat hij binnen de organisatie langdurig een belangrijke rol heeft vervuld bij het witwassen van enorme geldbedragen. Door het witwassen kon crimineel geld zich met legaal geld vermengen. Het witwassen van geld vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
In het voordeel van de verdachte heeft de rechtbank meegewogen dat hij zichzelf bij de politie heeft gemeld en dat hij volledige openheid van zaken heeft gegeven over de strafbare feiten. Omdat onderzoek naar zijn geestvermogens heeft uitgewezen dat hij een kwetsbare en beïnvloedbare persoonlijkheid heeft, vindt de rechtbank hem verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank legt een gevangenisstraf van vier jaar op, waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van twee jaar. Binnen die proeftijd moet de verdachte meewerken aan een uitgebreid plan van aanpak van de reclassering, om te zorgen dat hij niet opnieuw de fout in gaat maar op een goede manier kan re-integreren in de maatschappij. Ook moet hij in de proeftijd wegblijven uit Beverwijk en mag hij geen contact hebben met medeverdachten uit de organisatie.