Daarnaast is de verdachte veroordeeld voor een zware mishandeling op 28 juni 2020 in een café in Egmond aan Zee. De rechtbank heeft hem daarvoor een gevangenisstraf opgelegd van zeven maanden.

Het incident gebeurde tijdens een wedstrijd van AZ tegen PEC Zwolle. Het was de tweede keer dat de verdachte in het stadion bij een wedstrijd van AZ aanwezig was en hij had vooraf al de nodige drank gedronken. Hij stond op de tribune achter iemand die met een grote vlag zwaaide. De verdachte kreeg tijdens de wedstrijd naar eigen zeggen vuurwerk aangereikt van een onbekend persoon, stak het aan en gooide het in de richting van het veld. Het vuurwerk kwam echter tegen de vlag aan van degene die voor hem stond en belandde voor de voeten van een steward. Die kon het vuurwerk nog in de verlate gracht tussen het veld en de tribune schoppen. Daar ging het vuurwerk af waarna een harde knal klonk.

Volgens de verdachte had hij geen kwade bedoelingen met het afsteken van het vuurwerk, maar wilde hij de sfeer verhogen. Hij wist dat het ging om illegaal vuurwerk, maar hij had niet in de gaten hoe hard de knal zou klinken, verklaarde hij tijdens de zitting. Hij liet zich meeslepen door de sfeer in het stadion en het drankgebruik vooraf, zei hij.

De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte het vuurwerk heeft gegooid. De verdachte zal geen kwade bedoelingen hebben gehad en door de vrolijke stemming overmoedig zijn geraakt. Maar door bewust zwaar vuurwerk tot ontploffing brengen, kunnen wel gewonden vallen, oordeelt de rechtbank. De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat de verdachte een jongen is die moeilijk nee kan zeggen en niet doorheeft wat de consequenties van zijn acties kunnen zijn. Een deels voorwaardelijke celstraf met voorwaarden dat hij zich moet laten begeleiden door Reclassering, moet voorkomen dat hij nog eens de fout in gaat. Ook krijgt hij een stadionverbod opgelegd.

Daarnaast vindt de rechtbank dat er voldoende bewijs is voor de zware mishandeling in het café in Egmond aan Zee. Een slachtoffer liep snijwonden in zijn wang en arm op. De verdachte ontkende zijn betrokkenheid, maar de rechtbank vindt dit niet geloofwaardig. Ook wijzen verschillende getuigen de verdachten aan als dader. Naast de zeven maanden celstraf, moet de verdachte het slachtoffer een vergoeding betalen van 2.500 euro voor immateriële schade.