De rechtbank vindt het seksueel misbruik door de verdachte bewezen. Hij heeft het vertrouwen van zijn dochter en stiefdochter geschaad en misbruik gemaakt van hun jonge leeftijd. De verdachte heeft met zijn handelen de lichamelijke integriteit van de meisjes geschonden. Het gevoel van veiligheid en vertrouwen dat een kind bij een ouder moet kunnen hebben, heeft hij op grove wijze beschaamd.
Daarnaast is de verdachte schuldig aan het vervaardigen en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt het misbruik en de productie van kinderpornografisch materiaal gestimuleerd. Ook kinderen die slachtoffer worden van de vervaardiging van kinderporno kunnen zodanige psychische schade oplopen dat zij jaren later daarvan de gevolgen nog ondervinden.
De rechtbank neemt dit alles de verdachte zeer kwalijk. Hoewel hij meewerkte aan het onderzoek en bereid is om aan zichzelf te werken, is de rechtbank van oordeel dat alleen een gevangenisstraf met een groot onvoorwaardelijk deel passend is voor wat hij de betrokken kinderen heeft aangedaan. Ook moet hij zich laten behandelen en mag hij geen contact zoeken met zijn dochter en stiefdochter.