Volgens de rechtbank mocht de politie de auto doorzoeken en zijn de gevonden spullen bruikbaar voor het bewijs. De rechtbank gelooft niet dat de verdachte niet wist wat er in de auto zat, omdat op verschillende voorwerpen in de auto sporen van de verdachte zijn gevonden. Ook op andere punten heeft hij ongeloofwaardige verklaringen afgelegd.
De rechtbank gelooft niet dat de verdachte niets weet van plofkraken. Op zijn telefoon staan zoekopdrachten naar in februari 2022 opgeblazen geldautomaten in verschillende plaatsen in Duitsland, waar hij begin 2022 meermalen is geweest. Verder gaat de rechtbank ervan uit dat de chauffeur van zo’n gevaarlijke lading wordt geïnformeerd en geïnstrueerd, ook om het risico van ontdekking te beperken.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de verdachte moet hebben geweten van de spullen, waaronder de explosieven, in de door hem bestuurde auto. Ook moet hij hebben geweten dat die bedoeld waren voor het plegen van een plofkraak of een andere explosie. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat de verdachte daar ook opzet op had.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn zeer gevaarlijke gedrag, maar houdt ook rekening met het feit dat hij zich tijdens de schorsing heeft gehouden aan de voorwaarden, waaronder ongeveer elf maanden een enkelband. De rechtbank veroordeelt hem tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.