Na informatie dat diverse mensen, ook medewerkers van luchthaven Schiphol, zich zouden bezighouden met de invoer van drugs via de luchthaven Schiphol, is begin maart 2017 het onderzoek Tanybryn gestart. Daarbij ging het om invoer van cocaïne in onder meer de laadruimte van vliegtuigen die uit Suriname kwamen.

In het onderzoek ging het om in totaal negen verdachten, en acht incidenten, die plaatsvonden van mei 2017 tot eind november 2017. In vier gevallen heeft de douane cocaïne kunnen onderscheppen en in beslaggenomen. In twee gevallen, op 10 mei en 4 juni 2017, is in het achterste vrachtruim van het vliegtuig achter een plafondplaat cocaïne aangetroffen en in beslag genomen, samen ongeveer 34 kilogram cocaïne. Gelet op de werkwijze met betrekking tot deze transporten gaat de rechtbank er vanuit dat er ook bij een eerder transport, op 4 mei 2017, een hoeveelheid cocaïne is ingevoerd, hoewel er niet daadwerkelijk cocaïne is gevonden.

Op 13 juni 2017 is er bijna 3 kilogram cocaïne in het vliegtuig gevonden en in beslag genomen. En op 28 juli 2017 zijn in twee AKE’s (bagagecontainers) van een vliegtuig zeven staafvormige voorwerpen aangetroffen die in totaal ongeveer 1,5 kilogram cocaïne bevatte. Ook in andere gevallen leidt de rechtbank uit de afgetapte gesprekken en het land van herkomst af, dat het om invoer of voorbereiding van cocaïne ging hoewel dat woord niet expliciet is genoemd.

Op basis van tapgesprekken, observaties, camerabeelden en verklaringen van twee verdachten, heeft de rechtbank acht verdachten voor de invoer van cocaïne of voorbereidingshandelingen daarvan veroordeeld. In de zaak van de 9e verdachte is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard omdat deze verdachte inmiddels was overleden. In drie gevallen ging het om Schipholmedewerkers, één verdachte was een oud-Schipholmedewerker.

Zes verdachten zijn bovendien veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie die zich zo’n 7 maanden bezighield met de invoer van cocaïne in Nederland. Zij hebben zich in wisselende samenstelling en voor een wisselende duur bezig gehouden met de invoer via Schiphol van cocaïne of de voorbereiding daarvan. Twee verdachten waren hiervan niet beschuldigd.

Niet elke verdachte was bij alle incidenten betrokken. En soms bevatte het dossier onvoldoende bewijs voor de betrokkenheid van een verdachte bij een bepaald incident, zodat hij daarvan vrijgesproken is. In alle gevallen komt de rechtbank tot de conclusie dat er sprake is geweest van medeplegen, er was een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verschillende verdachten die erop gericht was de ingevoerde cocaïne uit het vliegtuig te halen en aan ‘land’ te brengen. 

De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf meegewogen dat cocaïne zeer schadelijk voor de volksgezondheid is en dat drugsgebruik gepaard gaat met allerlei vormen van criminaliteit. Bovendien hebben de verdachten blijkbaar alleen oog gehad voor hun eigen financiële voordeel. Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden met het overschrijden van de gestelde redelijke termijn, het heeft te lang geduurd voordat de verdachten zijn berecht. Dat heeft geleid tot een korting op de straffen, variërend van één maand tot 10 maanden. Bij de 60-jarige verdachte S. is ook rekening gehouden met de openheid van zaken die hij heeft gegeven en zijn kwetsbare gezondheid.

• 90 maanden voor de 50-jarige verdachte M. Hij vervulde binnen de criminele organisatie een leidinggevende, coördinerende en sturende rol. Hij informeerde onder meer anderen over de vlucht waarin de zending was verborgen, regelde welke Schipholmedewerkers bij het uithalen van de cocaïne waren betrokken, regelde het vervoer van de cocaïne vanaf ‘landside’ van Schiphol en zorgde ervoor dat de cocaïne uiteindelijk op de plaats van bestemming kwam. Wanneer het transport geslaagd was, verdeelde hij de beloning onder de ingeschakelde leden van de organisatie. Hij was oud-Schipholmedewerker.
• 66 maanden voor de 52-jarige verdachte Y. Ook hij vervulde binnen de criminele organisatie een leidende rol. In zijn opdracht werd een hoeveelheid cocaïne die met het vliegtuig was ingevoerd, naar zijn bedrijfspand gebracht. Hij schakelde via een medeverdachte Schipholmedewerkers in om het cocaïnetransport uit te voeren. Hij was ook betrokken bij één voltooide zending cocaïne.
• 50 maanden voor de 60-jarige verdachte S. Hij was als Schipholmedewerker betrokken bij vier voltooide transporten (ongeveer 38 kilo) en bij de voorbereidingshandelingen voor twee zendingen. Hij vormde samen met M. de vaste kern van de criminele organisatie. Hij had een coördinerende en uitvoerende rol.
• 50 maanden voor de 32-jarige verdachte D. Hij was als Schipholmedewerker betrokken bij drie transporten cocaïne, bij één daarvan ging het in zijn geval om voorbereidingshandelingen. Hij vervulde een wezenlijke rol binnen de organisatie. Hij haalde de cocaïne uit het vliegtuig en gaf die door aan een ander lid van de organisatie.
• 40 maanden voor de 39-jarige verdachte K. Hij was betrokken bij twee voltooide transporten en hield zich bezig met het vervoer vanaf Schiphol. 
• 24 maanden voor de 56-jarige verdachte M. Hij was als Schipholmedewerker betrokken bij twee transporten cocaïne vanuit Suriname, in totaal bijna 18.5 kilogram cocaïne en één keer bij voorbereidingshandelingen. Hij stelde voertuigen ter beschikking waarmee de cocaïne uit het vliegtuig werd gehaald.
• 18 maanden voor de 48-jarige verdachte N. vanwege de invoer van een koffer met cocaïne op 28 augustus 2017.
• 9 maanden voor de 50-jarige verdachte C. vanwege zijn initiërende en coördinerende rol bij de voorbereidingshandelingen voor invoer van cocaïne begin november 2017. Dat ging om een vrachtplaat met verdovende middelen die vanaf Schiphol naar een loods vervoerd moesten worden.