Op 29 mei 2019 zag de vrouw de auto van het slachtoffer in Anna Paulowna staan, pakte een broodmes uit haar fietstas, stak dit onder haar broeksband. Toen zij vervolgens het slachtoffer zag stak zij haar meermalen in haar lichaam en gezicht. Zij riep daarbij: 'En nou ga je dood' en 'Je moet dood'. Zij heeft op de zitting verklaard het mes al geruime tijd bij zich te hebben 'om iets van vergelding te doen' met het slachtoffer als zij haar zou tegenkomen. Ook heeft zij verklaard dat ze kalm was toen ze het slachtoffer stak. Deze omstandigheden maken dat de rechtbank vindt dat de vrouw tijd en gelegenheid had om na te denken over wat zij deed en welke gevolgen dit zou kunnen hebben voor het slachtoffer. Zij heeft met voorbedachte raad gehandeld en dit levert poging tot moord op. De rechtbank ziet geen bewijs voor een gezamenlijk plan (medeplegen) van het echtpaar. Het echtpaar stond met iemand te praten toen de vrouw plotseling wegliep richting de auto van het slachtoffer. Onduidelijk is gebleven vanaf welk moment de echtgenoot wist dat zijn vrouw een mes bij zich had en wat zij mogelijk van plan was. Hij is vrijgesproken van poging tot moord.