De vrouwen hebben gedurende een periode van 2,5 jaar honderden zorgdeclaraties valselijk opgemaakt en ingediend bij een zorgverzekeraar. Veelvuldig en op grote schaal werden door de vrouwen consulten en steunzolen gedeclareerd, terwijl in werkelijkheid die consulten niet hadden plaatsgevonden en steunzolen niet waren geleverd. De zorgverzekeraar heeft daardoor ten onrechte betalingen aan het podoinstituut gedaan.
De rechtbank heeft de vrouwen ook veroordeeld voor witwassen, omdat zij van de opbrengsten van de oplichting onder andere verbouwingen aan hun woningen en een auto hebben betaald.

De eigenaresse van het podoinstituut is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan de helft voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De bedrijfsleidster, die een iets kleiner aandeel in de fraude had en veel minder geprofiteerd heeft van de opbrengsten van de fraude, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uren.
Deze straffen zijn lager dan de eis van de officier van justitie, onder meer omdat de rechtbank de vrouwen vrijspreekt van faillissementsfraude en omdat het hier om zeer oude zaken gaat (2009-2011), met een zeer groot tijdsverloop tussen de datum van aanhouding (2014) van de beide vrouwen en het vonnis van heden. Verder heeft de rechtbank gelet op de financiële, maatschappelijke en sociale gevolgen die de zaak al voor de vrouwen heeft gehad.
Tot slot zijn de vrouwen veroordeeld tot het betalen van bijna een half miljoen euro schadevergoeding aan de zorgverzekeraar.