De voorzieningenrechter constateert allereerst dat gezinsleden een spoedeisend belang hebben bij hun verzoek. Het tijdelijk visum dat zij hebben om zo lang in Soedan te kunnen verblijven, verloopt deze week. En ook blijven de kinderen door de nareismaatregel langer gescheiden van hun moeder.
De voorzieningenrechter vindt verder dat de nareismaatregel, die bestaat uit de mededeling dat verzoekers hun machtiging tot voorlopige verblijf pas in april kunnen afhalen, rechtsgevolg heeft. De staatssecretaris had betoogd dat het een feitelijke mededeling is waarvoor geen wettelijke basis nodig is. Daarmee is de voorzieningenrechter het niet eens.
Vervolgens constateert de voorzieningenrechter dat de nareismaatregel in strijd is met de Nederlandse Vreemdelingenwet. Ook is deze maatregel in strijd met twee bepalingen in de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. De Nederlandse wetgever heeft ervoor gekozen om de regels van de Gezinsherenigingsrichtlijn ook van toepassing te laten zijn voor de categorie asielzoekers waartoe de vrouw behoort, en deze regels gelden in dit geval dan ook rechtstreeks en onvoorwaardelijk. Dat de nareismaatregel is getroffen om de verplichtingen tot opvang van andere asielzoekers of statushouders na te kunnen komen, betekent niet dat de staatssecretaris zijn verplichtingen tegenover de vrouw en haar gezinsleden daaraan nu ondergeschikt kan maken.
Om deze redenen heeft het bezwaar van de vrouw volgens de voorzieningenrechter goede kans van slagen. Omdat dit zo is, laat de voorzieningenrechter het belang van de vrouw en de gezinsleden - en vooral dat van de minderjarige kinderen om nu spoedig met hun moeder te worden herenigd - zwaarder wegen dan het belang van de staatssecretaris om de opvangcrisis het hoofd te bieden. Hij bepaalt daarom dat verzoekers alsnog binnen 24 uur hun machtiging tot voorlopige verblijf moeten krijgen. Daarmee kunnen zij naar Nederland komen.
Als de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te zijner tijd een beslissing heeft genomen over het bezwaar van de gezinsleden, kan eventueel nog een beroepsprocedure volgen waarin de rechtbank die beslissing beoordeelt.
Deze uitspraak is gedaan door de rechtbank Den Haag met zittingsplaats Haarlem.