De voorzieningenrechter oordeelt allereerst dat de termijn waarin de gemeente op de vergunningaanvraag moest beslissen, al in de week van 22 februari was verstreken. De gemeente was daardoor niet meer bevoegd om de aanvraag buiten behandeling te stellen.
Verder heeft de gemeente de vergunningaanvraag wel degelijk inhoudelijk beoordeeld, terwijl ze hem buiten behandeling stelde. Zo geeft de gemeente aan dat ze geen vertrouwen heeft dat het evenementenbureau de veiligheid van bezoekers heeft gewaarborgd omdat de samenhang tussen de verschillende plannen ontbreekt. De afwijzing van de vergunningaanvraag, is dan ook om inhoudelijke redenen gedaan. In die situatie mocht de gemeente de aanvraag niet meer buiten behandeling stellen.
De voorzieningenrechter draagt de gemeente op om alsnog te beslissen op de vergunningaanvraag van Eventoz. Daarbij merkt de rechter op dat het evenementenbureau er niet zonder meer van uit mag gaan dat de vergunning daadwerkelijk alsnog wordt verleend. De gemeente heeft immers aangegeven dat de tot nu toe ingediende plannen nog niet goed op elkaar aansluiten en dat zij meer informatie nodig heeft.