Dat de ijskar en de verkoop van ijs in dit geval geen overtreding veroorzaken van het geldende bestemmingsplan, is volgens de rechtbank onjuist. Het innemen van een standplaats met een ijskraam past onder meer niet in de bestemming, omdat de rechtbank het bedrijf van eiseres ziet als een horecabedrijf. In de regels staat namelijk dat dit een bedrijf is, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt. Bij de ijskar zijn ruim 30 zitplaatsen gemaakt, waar het ijs ter plekke kan worden opgegeten. Volgens de rechtbank had de gemeente daarom moeten motiveren waarom ze dan toch de standplaatsvergunning heeft verleend. Dit heeft ze niet gedaan.
De rechtbank concludeert verder dat de gemeente niet zorgvuldig heeft onderzocht of de verkoop van ijs op deze plek bijdraagt aan een verkeersonveilige situatie. De politie heeft wel onderzoek gedaan naar de verkeersveiligheid ter plaatse, maar dat was in december 2021, toen de ijskar niet op de standplaats stond.
De rechtbank vernietigt het besluit waarin de gemeente de standplaatsvergunning verstrekt en het besluit waarin het verzoek om handhaving is afgewezen. De gemeente moet binnen acht weken nieuwe besluiten nemen.