De rechtbank acht onder meer bewezen dat de man tussen augustus 2013 en oktober 2018 verschillende zedenmisdrijven heeft gepleegd met dertien meisjes in de leeftijd van 13 tot en met 16 jaar, die hij benaderd had via social media. Daarbij ging hij volgens de rechtbank brutaal en geraffineerd te werk: hij zocht via social media contact met de slachtoffers, bouwde een vertrouwensrelatie op, vroeg vervolgens om naaktfoto’s en –filmpjes, drong aan op het maken van een afspraak en verkrachtte hen of pleegde ontuchtige handelingen met de meisjes. Daarbij zette hij de meisjes onder druk door te dreigen hun naaktfoto’s of –filmpjes openbaar te maken of hen wijs te maken dat hij terminaal ziek was en dat het zijn laatste wens was om seks met hen te hebben. Ook beweerde hij dat hij zelf daartoe werd gedwongen door een (door hem verzonnen) derde persoon of beloofde hij de meisjes dat zij bijvoorbeeld een mobiele telefoon zouden krijgen als zij zouden meewerken. Op die manier heeft hij zich niet alleen aan meerdere verkrachtingen en het plegen van dwang en ontucht met de meisjes schuldig gemaakt, maar ook aan het vervaardigen en het bezit van kinderporno.