De verklaring van de verdachte acht de rechtbank ongeloofwaardig. Mede op basis van camerabeelden oordeelt de rechtbank dat de verdachte het slachtoffer moet hebben gezien op het moment dat hij met zijn auto achteruit reed. Volgens de rechtbank mag de verdachte mag van geluk spreken dat het slachtoffer op tijd wist weg te komen, waardoor ernstig letsel is uitgebleven. Het moeten angstige momenten zijn geweest voor het slachtoffer, die meermalen voor de verdachte wegvluchtte.
Bij de strafbepaling houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Daarentegen is hij eerder veroordeeld voor geweldsdelicten. De gevangenisstraf wordt deels voorwaardelijk opgelegd, waarbij de verdachte zich aan verschillende voorwaarden moet houden, zoals een contactverbod met het slachtoffer en het volgen van een behandeling voor agressieproblematiek. Ook moet hij het slachtoffer een schadevergoeding betalen van bijna 1.800 euro.
Daarnaast moet hij de vier weken gevangenisstraf uitzitten die bij een eerdere veroordeling voorwaardelijk aan hem waren opgelegd, omdat hij in zijn proeftijd de fout in is gegaan.