De rechtbank vindt de strafbare feiten ernstig. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie en de daarmee samenhangende kans op gebruik van die wapens levert gevaar op voor de verdachte zelf, maar ook voor zijn gezinsleden en anderen. Het voorhanden hebben en het zelf vervaardigen van verboden wapens (en onderdelen daarvan) brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de samenleving met zich mee. Tegen verboden (vuur)wapenbezit en het vervaardigen van wapens zonder erkenning wordt dan ook streng opgetreden. De verdachte heeft op geen enkele manier stilgestaan bij het gevaar en de gevolgen van zijn handelen. Dit neemt de rechtbank de verdachte kwalijk.
De rechtbank ziet met de raadsman wel enige aanknopingspunten voor toepassing van het jeugdstrafrecht. Maar op basis van het reclasseringsrapport en de indruk die de rechtbank van de verdachte kreeg op de zitting, ziet de rechtbank geen aanleiding om het jeugdstrafrecht toe te passen. De afgelopen tijd heeft de verdachte zich begeleidbaar opgesteld, toont hij in toenemende mate inzicht in zijn gedrag en handelen en zegt hij op zitting open te staan voor en mee te willen werken aan een behandeling. De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat wel rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte.
De rechtbank vindt een gevangenisstraf met een fors voorwaardelijk deel passend, om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Tijdens de proeftijd moet verdachte zich onder andere laten behandelen en meewerken aan een dagbesteding in de vorm van werk of opleiding.