Vanaf 3 november 2016 ontving Ahold meerdere e-mails waarin gedreigd werd met het vergiftigen van producten die in Albert Heijn winkels verkrijgbaar waren. Dit zou Ahold kunnen voorkomen door een groot bedrag in bitcoins te voldoen naar een zogenoemde bitcoin wallet. De pakketjes met giftige stof zijn weliswaar verzonden, maar tijdig onderschept. Ahold heeft geen geldbedrag voldaan en haar klanten hebben niets van deze dreiging gemerkt.
Hoewel de afpersingsmail verzonden is via het TOR-netwerk, een open netwerk voor anonieme communicatie, leidde het daarop volgende (cyber)onderzoek uiteindelijk naar verdachte. Gedurende het onderzoek is gebleken dat verdachte al geruime tijd actief was op het Darkweb en zich veelvuldig bediende van het TOR-netwerk, VPN-verbindingen en een TAILS-distributie, ten einde zijn communicatie af te schermen.
Door verdachte is aangevoerd dat hij – onder bedreiging – weliswaar bepaalde handelingen voor een ander heeft verricht die naar verdachte leiden, maar dat hij niets met de poging tot afpersing van Ahold te maken heeft. De rechtbank heeft dat niet geloofwaardig geacht.