De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij met zijn mededaders het slachtoffer op doortrapte wijze in de val heeft gelokt en zich totaal niet heeft bekommerd om de gevolgen voor het slachtoffer. Strafbare feiten als deze geven blijk van ontoelaatbare intolerantie en vergroten de gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het spreekt voor zich dat de handelwijze van de verdachte en zijn mededaders een bijzonder angstige ervaring voor het slachtoffer moet zijn geweest en dat hij hier nog lange tijd gevoelens van angst en onveiligheid door zal ervaren. Dat blijkt ook uit de indrukwekkende verklaring die het slachtoffer op zitting heeft voorgelezen. Daarnaast heeft het slachtoffer door het geweld dat is gebruikt letsel opgelopen, waaronder een gebroken vinger, waar hij nog altijd fysieke beperkingen van ondervindt.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke zaken, maar rekent zij ook mee dat hij het slachtoffer veel leed en fysiek letsel heeft toegebracht. De gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk, vindt de rechtbank passend, mede door de bijzondere voorwaarden tijdens de proeftijd van 3 jaar, zoals een ambulante behandeling, begeleid wonen, een contactverbod met het slachtoffer en een dagbesteding. Ook moet hij het slachtoffer een schadevergoeding van bijna 7.000 euro betalen, waarvan 5.000 euro voor immateriële schade.