In 2016/2017 had de luchthaven Schiphol te maken met taxichauffeurs die geen gebruik wilden of mochten maken van de taxistandplaats op de A-baan. De wijze waarop deze taxichauffeurs hun diensten aanboden, leidde tot ongewenste situaties, waaronder oplichting van klanten. De vier mannen maakten deel uit van een groep die bij herhaling klanten aansprak in de aankomsthal of op straat vlakbij Schiphol. De verdachten hadden soms een geel hesje aan of een taxibordje om.
Eenmaal in de taxi reden de verdachten vaak met zijn tweeën of zelfs met zijn drieën met de klant richting de plaats van bestemming. Soms zonder prijsafspraak dan weer zonder zich aan een prijsafspraak te houden. De taxameter werd vaak niet gebruikt of er werd mee gerommeld. Al dan niet op de plaats van bestemming confronteerden zij de klanten met een forse tot exorbitant hoge ritprijs. Als klanten protesteerden tegen een te hoge ritprijs werden zij meestal geconfronteerd met in hun beleving dreigende omstandigheden, zoals stemverheffingen, het vergrendelen van de portieren, niet afgeven van bagage of het onder dwang moeten pinnen bij een geldautomaat. Dat ging soms gepaard met fysieke aanrakingen, als vastpakken en duwen. Het bedrag dat zij buitmaakten, werd meestal onderling verdeeld.
Tijdens carnaval in 2017 verplaatsten de mannen in onderling overleg de oplichtingswerkzaamheden tijdelijk naar het zuiden van Nederland. Daar hanteerden zij een vergelijkbare werkwijze voor het oplichten en afpersen van klanten.
De mannen waren bij verschillende oplichtingen en afpersingen van deze groep betrokken als bijrijder, chauffeur of ronselaar en maakten zo allen in wisselende samenstellingen deel uit van het criminele samenwerkingsverband dat tot doel had om klanten op te lichten of af te persen.