Uit de aangetroffen goederen, de tijd die de verdachten samen in de auto doorbrachten en de gedragingen van de verdachten op het moment dat zij doorkregen dat zij werden achtervolgd, leidt de rechtbank af dat de verdachten op 17 juni 2022 bezig waren met de voorbereiding van een misdrijf en dat zij daarbij nauw en bewust samenwerkten. Het kan volgens de rechtbank niet anders dan dat alle verdachten wisten van de aanwezigheid van de in de auto aangetroffen voorwerpen, met name het vuurwapen met munitie.
Naast het gegeven dat de in de auto gevonden wapens en andere voorwerpen gebruikt kunnen worden voor een ernstig misdrijf, moet voor een veroordeling wegens het voorbereiden ervan ook duidelijk zijn wat voor misdrijf de verdachten van plan waren te plegen. Uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat de verdachten van plan waren met gebruik van de voorwerpen in de auto een bepaalde locatie of persoon te overvallen, zoals is gesteld door de officier van justitie. Naar het oordeel van de rechtbank is niet komen vast te staan welk (concreet) misdadig doel de verdachten op 17 juni 2022 voor ogen hadden. Daarom worden zij hiervan vrijgesproken. Elk van de verdachten is naar het oordeel van de rechtbank wel schuldig aan verboden wapenbezit.