De vrouw werkte als huishoudelijke hulp bij zeven particuliere huishoudens, tot zij ziek werd. Ze vroeg een uitkering aan op basis van de Ziektewet, maar die werd door het UWV geweigerd. Dit omdat in de Ziektewet een uitzondering is gemaakt voor werknemers die huishoudelijk werk doen. Volgens de vrouw is die uitzondering echter in strijd met het Europese recht, waarin het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van sociale zekerheid is vastgelegd. Het zou indirect discriminerend zijn omdat hierdoor met name vrouwen worden getroffen, en voor die discriminatie is geen goede reden.
Volgens het UWV is het uitzonderen van huishoudelijk werk op de Ziektewet juist wel nodig en logisch. Dat is om te voorkomen dat particulieren die iemand inschakelen voor huishoudelijk werk, te maken krijgen met loonbelasting, werknemersverzekeringen en administratieve verplichtingen. Anders zullen zij waarschijnlijk sneller kiezen voor het zwart inhuren van huishoudelijke hulp, of dat werk toch weer zelf gaan doen, wat ten koste gaat van de werkgelegenheid.