De 19-jarige man is volgens het volwassen strafrecht veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden. Daarvan zijn 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tijdens zijn proeftijd is hij verplicht zich te laten begeleiden door de reclassering. Verder heeft de rechtbank ermee rekening gehouden dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten, dat hij een coördinerende rol heeft vervuld en dat hij amper openheid van zaken heeft gegeven, wat op een berekenende houding wijst.
De rechtbank heeft zowel de 17-jarige als de 18-jarige, die minderjarig was tijdens het merendeel van de gepleegde feiten, veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke jeugddetentie van 3 maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft hen ook een werkstraf van 200 uur opgelegd. Bij hen is door de rechtbank rekening gehouden met het feit dat beiden geen coördinerende, maar slechts een uitvoerende rol hebben gehad. Ook vindt de rechtbank het positief dat zij openheid van zaken hebben gegeven en verantwoordelijkheid hebben genomen voor hun daden.
Aan de vierde jongen, ook 17 jaar, heeft de rechtbank een werkstraf van 80 uur opgelegd. Ook hij heeft een uitvoerende rol gehad en heeft openheid van zaken gegeven. Ook hij had geen strafblad. Hij was betrokken bij één oplichting en pintransactie en een poging daartoe.
De vijfde verdachte is vrijgesproken omdat de door de aangevers opgegeven signalementen zo algemeen zijn dat niet kan worden bewezen dat deze verdachte betrokken is geweest bij de drie strafbare feiten waarvan hij beschuldigd werd.