De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zich in zeer korte tijd schuldig heeft gemaakt aan een groot aantal strafbare feiten: diefstal met geweld, negenmaal diefstal van geld, oplichting en een poging daartoe. Bij één van die diefstallen heeft hij ook ernstig geweld gebruikt. Anders dan het openbaar ministerie, ziet de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten in het dossier voor poging tot doodslag en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij een groot aantal oudere, kwetsbare mensen tot slachtoffer heeft gemaakt. Hij heeft daarbij alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin en zich totaal niet bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers.
De rechtbank vindt de man verminderd toerekeningsvatbaar en volgt het advies van de reclassering om het jeugdstrafrecht toe te passen. Hij krijgt acht maanden jeugddetentie, waarvan 52 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank weegt mee dat de verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld en dat de voorlopige hechtenis hem extra zwaar heeft getroffen, omdat hij in detentie tweemaal is mishandeld.
Vanwege het leed en fysieke letsel dat hij de slachtoffers heeft toegebracht, legt de rechtbank ook een onvoorwaardelijke taakstraf van 180 uur op. Ten slotte moet de verdachte een schadevergoeding betalen aan zijn slachtoffers.