Kort na de woningoverval in Zuid-Scharwoude in de vroege morgen van 19 juni 2019 zijn de 27-jarige Z., de 22-jarige H. en de 18-jarige De L. als verdachten aangehouden. De rechtbank constateert dat zij in hun verklaringen de eigen rol bij de woningoverval in meer of mindere mate minimaliseren en de nadruk op het aandeel van de mededaders leggen. Hun verklaringen zijn dus op onderdelen tegenstrijdig. Maar de aangifte wordt in grote lijnen én op de kernpunten bevestigd door de verklaringen van De L. en H. Dat betreft het gezamenlijk opereren in de woning, ieders aandeel in het toegepaste geweld en de opzet van een ieder. Bovendien was elke verdachte erop gericht geld en goederen uit de woning weg te nemen

De rechtbank concludeert op basis van de diverse verklaringen en het geconstateerde letsel dat Z., H. en De L. gezamenlijk de woning van het 73-jarige slachtoffer en zijn vrouw hebben overvallen waarbij onder meer geld, een tablet en een handtas zijn buitgemaakt. Tijdens de overval is het slachtoffer op diverse plekken in het lichaam gestoken, onder andere in de borstkas. Een dergelijke messteek kan levensbedreigend zijn. Ook is hij fors mishandeld.

Zijn vrouw heeft vanuit de slaapkamer moeten aanhoren dat hem pijn werd gedaan maar wist niet wat er gebeurde. Nadat de overvallers met de buit weg waren heeft het slachtoffer zich kunnen bevrijden en trof zijn vrouw hem hevig bloedend aan. De rechtbank vindt het kennelijke gemak waarmee het slachtoffer is mishandeld en beroofd schokkend. Er lijkt sprake te zijn geweest van ontremming, volgens eigen zeggen veroorzaakt door alcohol- en drugsgebruik.

- Z. wordt veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf. In zijn nadeel heeft de rechtbank meegewogen dat hij op de zitting zijn betrokkenheid heeft ontkend en dus geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor het bij de slachtoffers aangerichte leed.

- H. wordt eveneens veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf. Het verweer van zijn advocaat dat zijn bekennende verklaring bij de politie niet gebruikt mag worden voor het bewijs, omdat er geen tolk bij de verhoren was, wordt door de rechtbank verworpen. H. heeft telkens gezegd dat hij voldoende Nederlands sprak en het goed begreep; dat is ook bij zijn verhoor geconstateerd. Voor zijn advocaat die bij het eerste verhoor aanwezig was, was er geen reden in te grijpen, omdat H. een vraag niet goed zou hebben begrepen. Ook hij heeft geen verantwoordelijkheid willen nemen.

- De L. wordt veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf. Het verzoek van de verdediging om adolescentenstrafrecht (jeugdstrafrecht voor 18-23 jarigen) toe te passen, heeft de rechtbank afgewezen. Uitgangspunt voor een 18-jarige is toepassing van het volwassenenstrafrecht. Noch in zijn persoon noch in de omstandigheden waaronder de overval is gepleegd, ziet de rechtbank aanleiding hiervan af te wijken. De rechtbank houdt wel enigszins rekening met zijn jeugdige leeftijd. Bovendien heeft hij deels direct bekend.

De officier van justitie had voor alle drie verdachten 6 jaar gevangenisstraf geëist.

De drie verdachten moeten het slachtoffer in totaal ruim 10.500 euro schadevergoeding en zijn vrouw 7500 euro aan shockschade betalen. De rechtbank acht voldoende onderbouwd, dat zij een post traumatische stress stoornis heeft opgelopen door het aantreffen van haar hevig bloedende echtgenoot na de mishandeling en overval.