De politierechter oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het schenden van de eerbaarheid. Dat vrouwen worden lastig gevallen en op deze manier worden geconfronteerd met ongewenst gedrag, is een ernstig feit. Zeker als dat in een trein gebeurt. Het is volgens de rechter een inbreuk op de veiligheid.
Bij het bepalen van de straf, weegt de politierechter ook mee dat de verdachte schuldbewust is en zich zichtbaar schaamt voor wat hij heeft gedaan. Hij is in behandeling voor zijn problematiek en spaart zichzelf daarbij niet. Een taakstraf van 60 uur is volgens de politierechter passend.
De politierechter vindt het belangrijk dat de verdachte niet nog eens een terugval heeft. Voor zijn vorige veroordeling kreeg hij een voorwaardelijke taakstraf van 80 uur. Deze wordt nu niet ten uitvoer gelegd, maar hangt nog wel boven zijn hoofd als hij nog eens de fout in gaat. Ook wordt zijn behandeling bij de reclassering en de ggz-instelling voortgezet voor twee jaar. De vergoeding van 500 euro die het slachtoffer voor immateriële schade had gevraagd, wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat deze onvoldoende onderbouwd is.