De verklaring van de 10-jarige zoon van het slachtoffer en verdachte, die op dat moment ook thuis was, bevat op essentiële onderdelen veel onduidelijkheden. Zodanig dat deze niet bruikbaar is als bewijs dat de verdachte die nacht in de woning is geweest, oordeelt de rechtbank allereerst. Daarnaast heeft het Nederlands Forensisch Instituut onderzoek gedaan naar de fles die zou zijn gebruikt. Daar is een geringe hoeveelheid DNA van verdachte op de bodem van de fles aangetroffen, maar dat kan goed verklaarbaar zijn. De fles behoort namelijk tot de collectie van flessen die de verdachte en het slachtoffer verzamelden.
Ook bevat het dossier voor de verdachte ontlastend bewijs, concludeert de rechtbank. Er is DNA-onderzoek op10 nagelmonsters van de verdachte gedaan. Daarbij is geen enkel DNA-spoor van het slachtoffer aangetroffen. In de monsters die bij het slachtoffer zijn afgenomen, is ook geen DNA van de verdachte gevonden. Dat is volgens de rechtbank op zijn minst opvallend vanwege het extreme geweld dat blijkens de geneeskundige verklaring moet hebben plaatsgevonden. De rechtbank vindt het verder van belang dat de twee vrienden bij wie de verdachte naar eigen zeggen verbleef, verklaren dat het onwaarschijnlijk is dat de verdachte hun woning in de bewuste nacht heeft verlaten. Ten slotte blijkt uit onderzoek naar de telefoon van verdachte dat deze zich rond 01.00 uur en 11.00 uur in de nacht van het delict in de omgeving Wervershoof bevond.
Alles in aanmerking genomen concludeert de rechtbank dat niet vast is komen te staan dat de verdachte het delict heeft gepleegd. Daarom spreekt de rechtbank hem vrij.