De eiser in deze rechtszaak wilde niet via de inkomstenbelasting bijdragen aan de subsidiëring van winning, productie, stimulering en gebruik van fossiele brandstoffen. Het stimuleren van het gebruik van fossiele brandstoffen leidt volgens de eiser tot levensbedreigende klimaat- en milieuproblemen. Het zou in strijd zijn met het recht om te leven, het recht op een privé- en gezinsleven en het eigendomsrecht, die worden beschermd in het Europese mensenrechtenverdrag.
De Belastingdienst zegt dat de aanslag niet verminderd kan worden omdat de eiser het niet eens is met de besteding van het belastinggeld. Daartoe biedt de wet geen mogelijkheden en de Belastingdienst is alleen de uitvoerder van de wet.