De man en de vrouw hebben in 2002 in een convenant de vermogensrechtelijke gevolgen van de echtscheiding vastgelegd. Nu de man bij het afsluiten van dat convenant gedwaald heeft (hij wist indertijd niet dat er met de vrouw geen rechtsgeldig huwelijk mogelijk was omdat ze al getrouwd was), wordt dat convenant vernietigd.
De nietigverklaring van het huwelijk werkt terug tot het tijdstip waarop het huwelijk is gesloten. Ook de vernietiging van het convenant werkt terug tot het tijdstip waarop het overeengekomen is.
Dat betekent dat de man, met terugwerkende kracht, niet verplicht was de vrouw te onderhouden. Ook pensioenverevening vanwege echtscheiding is daarom niet aan de orde. En dat geldt ook voor de afkoopsom in het convenant. Alles wat de man aan de vrouw betaald heeft, heeft hij dus onverschuldigd betaald. Hij heeft recht op terugbetaling van die bedragen. Nu de vrouw de hoogte van de betaalde bedragen niet heeft betwist, moet zij 96.000 euro, ruim 400.000 euro en ruim 45.000 euro terugbetalen. Over deze bedragen moet zij van rechtswege wettelijke rente betalen vanaf het moment dat de bedragen aan haar zijn betaald.