Laden...

Op de rol: ‘Ik was niet opgewonden genoeg’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Op de rol: ‘Ik was niet opgewonden genoeg’
Alkmaar, 25 juni 2025

Je denkt bij een potloodventer onwillekeurig aan de vieze man van Kees van Kooten: onfris, vet haar, smoezelig, koortslip. En dan stapt Rolf (37)* de Alkmaarse rechtszaal binnen. Keurig gekleed, en een welbespraakte spraakwaterval bovendien.

Een nette jongen, die Rolf, tot hij de Trekpleister binnenloopt en zijn jongeheer uit zijn broek haalt. Hij denkt dat niemand hem ziet. De videocamera ziet hem natuurlijk wel. Een winkelverkoopster bekijkt later de camerabeelden. Nee, ze had geen winkeldief maar een potloodventer over de vloer in de Trekpleister. Ze schakelt de politie in, die wat speurwerk doet en al snel op Rolf stuit. Ze kennen hem wel. Hij heeft al eerder 'de eerbaarheid geschonden'.

Verloren

Rolf wordt uitgenodigd voor een verhoor op het politiebureau en hij vertelt zijn verhaal. Een verhaal dat hij vandaag bij de Alkmaarse politierechter weer vertelt. 'Ik ontken niet dat het is gebeurd, maar ik wil graag iets over de context zeggen.' 'Dat mag', reageert politierechter Neervoort. 'Ik had vier jaar een relatie met een dame met borderline en psychosomatische stress. Dat begon goed, maar tegen het einde werd ze suïcidaal. Het was een zware tijd. Ik was de enige die er voor haar was. De relatie liep stuk, en ik was ook nog eens mijn werk kwijt. Ik moest terug naar mijn moeder. Dan voel je je toch verloren als dertiger. Ik was in de war en vergat ook mijn medicatie in te nemen. Ik heb ADHD.'

Meiden

Rolf stapt in die moeilijke tijd (februari vorig jaar) de Trekpleister in het winkelcentrum Skagerhof in Hoofddorp binnen. De impuls die hij lang onder bedwang had kunnen houden, speelt hem tussen de schoonheids- en verzorgingsproducten weer op. Rolf: 'U weet wellicht dat ik vijf jaar geleden met Justitie in aanraking ben geweest voor masturberen in het openbaar. Ik ben daarvoor toen veroordeeld en ben in therapie gegaan. Ik wilde dat het nooit mee zou gebeuren en het ging ook lang goed. Maar in de Trekpleister dacht ik: als ik hier nou mijn geslachtsdeel uit mijn broek haal en iemand ziet dat, dan zou dat wel spannend zijn. Ik masturbeerde niet echt. Daarvoor was ik niet opgewonden genoeg. Ik realiseerde me: dit wil ik helemaal niet. Ik dacht dat niemand me had gezien, en daar was ik blij om.' 

Zag niemand hem? De Alkmaarse politierechter: 'De verkoopster in de Trekpleister zegt dat u uw blik op de ingang van de winkel had gericht en dat daar vier minderjarige meiden stonden. Een politieagent heeft de videobeelden bekeken en beschrijft dat u naar ze keek terwijl u met een grijns op uw gezicht met uw geslachtsdeel bezig was.' Rolf: 'Er lopen af en toe mensen langs de winkel, maar ik weet zeker dat er niemand in de winkel was. Ik heb zelfs nog wat gekocht en zei vriendelijk gedag. Ik wilde u graag deze context geven, om te laten zien dat mijn stomme gedrag geen totale terugval was.'

Behandeling

De reclassering, met wie Rolf heeft gesproken, ziet zijn gedrag in de Trekpleister ook niet als een complete terugval. Politierechter Neervoort: 'Waar u vandaan kwam was nog veel erger, schrijven ze. Dit was een dip in een positieve lijn. Niet terug bij af.' De behandeling die Rolf onderging was hem door de rechter opgelegd, 'maar ik was er uit eigen beweging al mee begonnen. Ik was erg proactief.', voegt hij eraan toe. 'Ik wilde heel graag een behandeling. Die was twee jaar lang verplicht, maar ik ben ermee doorgegaan. Ik ben er nog steeds mee bezig bij de Waag.' (De Waag is het grootste centrum voor ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg in Nederland.) De reclassering ziet dat Rolf zijn best doet om zijn exhibitionistische impulsen in toom te houden. 

De kans dat Rolf weer de fout in gaat, schat de reclassering laag in: hij heeft weer werk en een woning. 'Ik heb ook een goede vriendenkring met wie ik goed kan praten.' 'Ook hierover? Dat lijkt me moeilijk', zegt de politierechter. 'Nee, niet daarover', geeft Rolf toe. 'Maar ik denk dat het kan en dat het ook gaat gebeuren.'

Open

Ook officier van justitie Booij ziet Rolfs fratsen in de Trekpleister als een 'kleine terugval'. 'Ik heb de indruk dat uw leven verder op de rit is. Het is wel belangrijk dat de behandeling bij de Waag wordt voortgezet. Ik heb het strafblad gezien, ik ken de regels, en toch eis ik veertig uur werkstraf.' Rolf kreeg in 2021 een voorwaardelijke celstraf van een maand en veertig uur werkstraf voor vier keer schennis van de eerbaarheid. Rolfs raadsvrouw kan zich goed vinden in de strafeis. 'Ik ben blij dat de officier ook ziet dat het niet gaat om een megaterugval, maar om een kleine terugval. Rolf is daar vandaag ook heel duidelijk en open over geweest. Hij heeft zijn dieptepunt bereikt, en daar is hij inmiddels uit. De gesprekken bij de Waag gaan door, net als zijn medicijnengebruik. Ik ben ook bekend met de regels, maar een werkstraf van veertig uur zou een mooie straf zijn.' De regels zeggen dat er geen 'kale' taakstraf voor schennis van de eerbaarheid mag worden opgelegd als de verdachte in de afgelopen vijf jaar al een taakstraf heeft gekregen.

Passend

Rolf heeft de eerbaarheid geschonden, en daar moet hij een prijs voor betalen, vindt politierechter Neervoort. En die prijs is? De rechter: 'U hebt de officier van justitie horen zeggen dat hij bekend is met de regels, maar dat hij toch een taakstraf eist. Uw raadsvrouw kent de regels ook en is akkoord met een taakstraf. Ik ben ook bekend met de regels, maar ik ben het eens met de officier en uw advocaat dat een taakstraf van veertig uur hier passend is.' 

* Dit is niet zijn echte naam.

Lees hier meer Op de Rol-verhalen.

Uitspraken