Tijdens de zitting op 30 mei ontving de rechtbank een afstandsverklaring van de verdachte. Hiermee verklaart een verdachte dat hij niet bij zijn zitting aanwezig wil zijn. Hoewel de verdachte heeft geweigerd om de afstandsverklaring te ondertekenen, had de rechtbank op zitting geen reden om te twijfelen aan de juistheid en ondubbelzinnigheid van de mondelinge afstandsverklaring van de verdachte, aangezien de wachtcommandant de verklaring had ondertekend. Met instemming van de raadsman is de zitting voortgezet zonder aanwezigheid van de verdachte.
Een week na zitting ontving de rechtbank van het detentiecentrum het bericht dat verdachte de zitting wel bij had willen wonen. De nacht voorafgaand aan de zitting was er veel geluidsoverlast in het detentiecentrum. Een man was heel de nacht aan het bonken en tegen de deur aan het trappen. Hierdoor kon de verdachte nauwelijks slapen. Hij sliep net toen hij werd opgeroepen voor het transport. Hierdoor heeft hij de oproep niet helemaal meegekregen. De verdachte belde daarna nog via de intercom, maar toen was het transport al weg.