De twee verdachten hebben op het tankstation ieder het slachtoffer letsel toegebracht. De een als bestuurder van een auto. Hij reed op het slachtoffer in en sleurde het slachtoffer een aantal meter mee op de bumper. Nadat de verdachte remde, kwam het slachtoffer overeind en reed de verdachte hem nogmaals aan. Daarna gaf de bijrijder van de verdachte het slachtoffer nog een aantal klappen en stak hij hem met een mes in de borst en rug. De verdachten hebben hun slachtoffer half liggend in een sloot achtergelaten. De bijrijder ontkende dat hij bij het incident aanwezig was. De bestuurder heeft bekend dat hij in de auto reed, maar zei dat hij het slachtoffer onopzettelijk had aangereden.

Naar het oordeel van de rechtbank hebben zowel de bestuurder van de auto als zijn bijrijder zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. Uit de camerabeelden van het incident blijkt dat de bestuurder in grote haast van de pomp wegrijdt in de richting van het slachtoffer. Vervolgens is te zien dat het slachtoffer voor de bumper van de auto ligt en enkele meters wordt voortgeduwd. De bestuurder stopt daarna de auto, waarna het slachtoffer opstaat. De verdachte trekt dan weer op met de auto en stuurt richting het slachtoffer en raakt hem opnieuw.

De rechtbank acht aan de hand van de camerabeelden bewezen dat de ontkennende verdachte de bijrijder was. Zijn vingerafdrukken zijn gevonden op een flesje frisdrank dat hij in de winkel heeft vastgehad en teruggelegd. Daarom acht de rechtbank ook bewezen dat hij degene is die het slachtoffer heeft gestoken in zijn borst en rug.

De bestuurder van de auto krijgt achttien maanden gevangenisstraf, maar omdat het langer dan twee jaar heeft geduurd voordat de zaak behandeld werd, wordt de straf met vijf procent verminderd. Hij krijgt in totaal 513 dagen celstraf. De bijrijder krijgt 19 maanden celstraf, en ook bij hem gaat er vijf procent af, zodat hij in totaal 570 dagen celstraf krijgt.