De rechtbank vindt dat de verdachte de inhoudelijke behandeling van zijn zaak in vrijheid mag afwachten, omdat de verdachte nog erg jong is, maar ook omdat hij bezig is met het afronden van zijn opleiding. Van belang is dat volgens de reclassering de kans op herhaling laag is als de verdachte traumatherapie gaat volgen. Een van de voorwaarden voor de schorsing is dat de verdachte deze behandeling, die in de gevangenis niet kan plaatsvinden, moet volgen. Hij heeft aan de rechtbank laten zien oprecht gemotiveerd te zijn om zo snel mogelijk te starten met de behandeling, zodat dit niet nog een keer kan gebeuren.
De rechtbank heeft in de beslissing meegewogen dat niet zonder meer vaststaat dat de mishandeling te maken heeft met discriminatie, zoals in de verdenking is opgenomen. Vooralsnog blijkt alleen uit de interpretatie van het eerste slachtoffer dat de verdachte zou hebben gehandeld uit homohaat. De verdachte heeft dat van het begin af steeds ontkend.
De ware toedracht van de mishandeling zal verder worden onderzocht en te zijner tijd bij de inhoudelijke behandeling van de zaak door de rechtbank worden beoordeeld. Ook zal een psycholoog onderzoeken of een trauma inderdaad een rol kan hebben gespeeld en wat dat betekent voor de vraag in hoeverre het handelen van de verdachte hem kan worden aangerekend. De schorsing van de voorlopige hechtenis zegt niets over de straf die na de inhoudelijke behandeling van de zaak mogelijk wordt opgelegd. De mogelijkheid bestaat, dat de verdachte na de uitspraak in zijn zaak weer vast komt te zitten.