Een aanvrager diende op 19 mei 2023 een asielaanvraag in. In de Vreemdelingenwet staat dat binnen 6 maanden een besluit moet worden genomen op een asielaanvraag. De aanvrager stelde dan ook dat het besluit op 20 november 2023 genomen moest zijn, maar de staatssecretaris verlengde de beslistermijn voor alle asielaanvragen die in 2023 zijn gedaan met 9 maanden. Daartegen ging de aanvrager in beroep.
In een eerdere uitspraak van 3 maart 2023 heeft de rechtbank Noord-Holland een uitzondering toegestaan op de wettelijke beslistermijn van 6 maanden. In die procedure had de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gemotiveerd dat de hoge instroom sinds de tweede helft van 2021 een dusdanig grote belasting vormde voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dat een zorgvuldige afronding van de asielprocedure niet mogelijk bleek. Dat kwam door een combinatie van factoren, namelijk de komst van Oekraïners en Afghanen, de opname van Dublinclaimanten in de nationale asielprocedure en de hogere instroom van asielzoekers van andere nationaliteiten.
Eind 2022 gaf de staatssecretaris aan dat hij ook een langere beslistermijn nodig heeft voor de in 2023 ingediende aanvragen. Dit omdat de IND nog altijd de instroom van asielaanvragen niet kan bijhouden. In de cijfers zijn de eerste asielaanvragen, de herhaalde asielaanvragen, de nareisaanvragen en hervestigingsaanvragen betrokken. Er zijn dan ook structurele achterstanden en groeiende voorraden. De staatssecretaris benadrukt dat een besluit niet alleen tijdig maar ook zorgvuldig genomen moet worden.