De kantonrechter wijst de vordering van Tio echter af. Volgens de rechter gaat het om een zodanig hoog bedrag aan annuleringskosten dat ruim voor de start van het collegejaar betaald zou moeten worden, dat er geen reële mogelijkheid tot opzegging is. Dat is in strijd met de wet. De rechter oordeelt dat er daarmee sprake is van een oneerlijke annuleringsbepaling en vernietigt de algemene voorwaarde.
Tio kan onvoldoende onderbouwen waar de 25 procent annuleringskosten op is gebaseerd, vindt de rechter. Tio stelt weliswaar dat er al veel werk was gedaan en voorbereidingen waren getroffen. Maar de wet is duidelijk: je dient aan te tonen om welke werkzaamheden en welke kosten het exact gaat. Het argument van Tio dat de meeste kosten zitten in de voorbereidingen die plaatsvinden voor 1 juli, vindt de rechter niet geloofwaardig. Daarnaast heeft de betreffende student ruim voor aanvang van het studiejaar geannuleerd zodat de kans groot is dat dit gat wordt gevuld met een late aanmelding van een andere student.