De vrouw was die middag in de seksshop in Haarlem. Zij was daar op zoek naar een pakje voor een feestje. In de seksshop was ook de verdachte, eigenaar van de seksshop. Hij liep door de winkel achter haar aan en heeft op een gegeven moment onder andere met zijn hand onder haar (onder)kleding aan haar borsten en vagina gezeten. Thuis vertelde zij dit voorval aan haar vriend en zijn ze samen naar de politie gegaan.

De verdachte heeft verklaard dat hij de vrouw heeft gefouilleerd om te controleren of zij misschien gestolen spullen uit zijn seksshop onder haar kleding had verborgen. Daarbij is hij ook onder haar kleding geweest en mogelijk ook onder haar BH. Hij ontkent de onzedelijke handelingen.

De rechtbank acht de aanranding door de verdachte bewezen. De vrouw heeft gedetailleerd en consistent verklaard. Daarnaast heeft haar vriend verklaard hoe zij hem naderhand, steeds emotioneler, vertelde wat er was gebeurd in de seksshop. Ook is op verschillende plekken op haar lichaam en haar kleding  DNA van de verdachte gevonden. De rechtbank gaat niet mee in de verklaring van de verdachte dat dit komt door het fouilleren. Dat de verdachte ook onder haar kleding en zelfs onder haar BH zocht naar mogelijk gestolen spullen, gelooft de rechtbank niet. Temeer vanwege de ongepastheid ervan als verkoper ten opzichte van een klant.

Voor het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met het blanco strafblad van de verdachte. Omdat de kans op herhaling volgens deskundigen laag is en omdat hij als ondernemer zijn gezin moet onderhouden, vindt de rechtbank een gevangenisstraf niet passend. De rechtbank legt hem daarom een taakstraf op van 50 uur.

Daarnaast moet de verdachte een schadevergoeding betalen aan de vrouw van ruim 1.370 euro. Hiervan is 500 euro een vergoeding voor immateriële schade.