Begin januari gaf de yogadocent bij de verdachte aan dat zij geen contact meer met hem wilde. Desondanks bleef hij daarna op verschillende wijzen contact met haar zoeken. Zo stuurde hij haar verschillende e-mails en stuurde hij haar een boek terug waarin hij op de eerste pagina het woord 'waan' had geschreven met een pijl naar haar naam. Ook benaderde hij haar via Instagram en boekte hij een proefles bij haar in een andere sportschool, terwijl hij wist dat hij niet welkom was.

Het bleef echter niet bij deze pogingen om contact met haar te hebben. De verdachte zocht ook op straat contact met haar. In januari 2023 stopte hij een brief in haar brievenbus die gericht was aan de sportclub en later dat jaar stond hij bij haar voordeur te slaan en te schreeuwen. In januari 2024 benaderde hij haar opnieuw op straat bij de sportclub en kwam hij bij haar aan de voordeur. Toen zij niet met hem wilde praten, ging hij dichtbij haar staan en begon te schreeuwen, ook nadat zij liet merken dat zij bang voor hem was. Een maand later benaderde hij haar opnieuw op straat, blokkeerde hij de doorgang voor haar, kwam heel dichtbij haar staan en zei dat hij het recht had om met haar te praten.

De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte ruim twee jaar zijn voormalig yogadocent heeft belaagd. Zelfs nadat het voor hem duidelijk was dat zij geen contact meer met hem wilde. Ook heeft hij haar op intimiderende wijze op straat aangesproken en is hij meermalen naar haar woning gegaan om contact met haar te krijgen en in gesprek te komen. Hiermee heeft hij ernstige inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer, zo blijkt ook uit haar schriftelijke slachtofferverklaring. Hij had slechts oog voor zichzelf en de kwestie die hij volgens hem had op te lossen met haar. Daarbij vond hij haar gevoelens van ondergeschikt belang. De rechtbank rekent hem dit aan. De verdachte ziet nog steeds de ernst en de strafwaardigheid van zijn gedragingen niet in. Ook zegt hij dat hij niet zal stoppen met het zoeken van contact met haar totdat de kwestie is opgelost. De rechtbank vindt dit zeer zorgelijk.

Een forse taakstraf vindt de rechtbank passend. Voor de hoogte van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte eerder voor een soortgelijk delict is veroordeeld en dat hij nog in de proeftijd van een eerdere veroordeling zat. Ook kijkt de rechtbank naar opgelegde straffen in vergelijkbare zaken. Daarmee komt de rechtbank uit op een taakstraf van 150 uur.