De rechtbank acht bewezen dat de verdachte tijdens het afleggen van de 40 tot 100 meter voordat hij tegen het slachtoffer aanreed, onvoldoende op de weg heeft gelet en onvoldoende rekening heeft gehouden met de voetgangers die hij eerder voor hem op de weg had zien staan. De verdachte is daarmee meer dan een enkel moment onoplettend geweest en heeft daardoor een buitengewoon tragisch ongeval veroorzaakt waarbij een vrouw is overleden.
De echtgenoot van het slachtoffer heeft op de zitting op indrukwekkende wijze verwoord wat het verlies van zijn vrouw voor hem, maar ook voor zijn zoon en overige familieleden en dierbaren, betekent. De echtgenoot heeft laten weten geen wrok te koesteren naar de verdachte. Ook heeft hij het gewaardeerd dat de verdachte kort na het ongeval contact met hem en zijn familie heeft gezocht en een bloemstuk voor de afscheidsdienst heeft gestuurd.
De rechtbank heeft op zitting gezien dat het ongeval ook op het leven van de verdachte grote impact heeft gehad. Hij zal moeten leven met de gedachte dat door zijn onoplettendheid een vrouw het leven heeft gelaten. Voor de strafbepaling houdt de rechtbank daar rekening mee. De verdachte heeft daarnaast volledige verantwoordelijkheid genomen voor zijn rijgedrag en hij heeft spijt betuigd. De rechtbank vindt een taakstraf voor de duur van 100 uren daarom passend.