De tabaksfabrikant heeft vennootschappen in Nederland en in het buitenland. Voor de fabricage en distributie van zijn producten vinden er binnen het concern vele transacties plaats. Voor die transacties hebben de vennootschappen vergoedingen met elkaar afgesproken, zogenoemde verrekenprijzen.
De Belastingdienst vindt dat een deel van de verrekenprijzen niet zakelijk is en dat de Nederlandse vennootschap daarom te veel betaalde voor de transacties. Daardoor heeft de Nederlandse vennootschap te veel kosten van de winst afgetrokken. Het gevolg is dat er volgens de Belastingdienst een aantal jaren te weinig belasting is betaald in Nederland. In 2016 vond daarnaast een beëindiging van activiteiten in Nederland plaats. De Belastingdienst meent dat hierbij ondernemingsactiviteiten zijn overgedragen aan een groepsvennootschap in het Verenigd Koninkrijk en dat hiervoor in Nederland een winst in aanmerking moet worden genomen van 2,75 miljard euro. De Belastingdienst heeft de tabaksfabrikant ook boetes opgelegd in verband met de verrekenprijscorrecties en de niet aangegeven overdrachtswinst.
De tabaksfabrikant is het niet met de Belastingdienst eens. Zij vindt dat alle vergoedingen zakelijk zijn en dus volledig aftrekbaar en dat er geen overdrachtswinst in aanmerking hoeft te worden genomen. De boetes zijn volgens de tabaksfabrikant ten onrechte opgelegd.