De rechtbank stelt vast dat de verdachte, een taxichauffeur, te hard reed binnen de bebouwde kom, terwijl het donker was en geparkeerde auto's zijn zicht belemmerden. Ook had hij bijna vier keer de toegestane hoeveelheid THC (een stof die onder andere in wiet zit) in zijn bloed. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de verdachte schuld heeft gehad aan het verkeersongeval. De rechtbank vindt zijn verkeersgedrag zeer onvoorzichtig en onoplettend.
De rechtbank realiseert zich dat het in zaken als deze onmogelijk is om een straf op te leggen die enigszins tegemoetkomt aan de gevoelens van de nabestaanden. Maar de rechtbank moet een straf opleggen die past bij het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt, namelijk zeer onvoorzichtig en onoplettend verkeersgedrag.
De rechtbank vindt een gevangenisstraf van twaalf maanden passend. Vanwege de persoonlijke omstandigheden, het tijdverloop en de overschrijding van de redelijke termijn legt de rechtbank dit deel van de straf voorwaardelijk op, met een proeftijd van twee jaar. Dit om onverantwoord rijgedrag in de toekomst te voorkomen. Ook moet de verdachte 240 uur taakstraf uitvoeren en krijgt hij een ontzegging van de rijbevoegdheid van drie jaar.