De rechtbank oordeelt mede op basis van de verklaringen en het feit dat ze wachtte tot het slachtoffer zich omdraaide, dat ze met voorbedachte raad heeft gehandeld. De psychotische toestand waarin zij verkeerde doet aan dat bewijs niets af. Er was geen sprake van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan moord. Dat is een van de ernstigste misdrijven die ons strafrecht kent. Met deze daad heeft de verdachte diep leed toegebracht aan de familie en vrienden van het slachtoffer en zijn ook de betrokkenen bij het gezin diep geschokt. De verdachte heeft haar echtgenoot volkomen onverhoeds op brute wijze van het leven beroofd. Hun dochter zal zonder vader verder moeten leven.
Uit psychologisch en psychiatrisch onderzoek is gebleken dat de verdachte lijdt aan een psychische stoornis die vermoedelijk samenhangt met schizofrenie. Hierdoor werden haar overwegingen, keuzes en beslissingen volledig bepaald door de inhoud van haar psychose. Het is volgens de psychiater onwaarschijnlijk dat ze in staat was de ernst van haar toestand te realiseren. De kans op herhaling in intieme of familierelaties wordt door deskundigen hoog geschat als er geen behandeling zou plaatsvinden.
De rechtbank vindt dat behandeling van de verdachte dringend noodzakelijk is. Gelet op het feit dat de verdachte nog onvoldoende ziektebesef heeft, acht de rechtbank tbs met voorwaarden noodzakelijk om de behandeling te doen slagen. Het gaat onder meer om behandeling in een kliniek en het gebruik van medicatie. Als de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt, kan alsnog tbs met dwangverpleging worden opgelegd. Daarnaast moet de verdachte ook een schadevergoeding wegens het veroorzaakte leed betalen van in totaal 55.000 euro aan drie nabestaanden van haar echtgenoot, onder wie haar dochter.