Volgens de rechtbank zijn veel mishandelingen bewezen. Op 18 april 2016 heeft de verdachte zijn voormalige vrouw zwaar mishandeld door haar handen in het vuur van het gasfornuis te houden. De vrouw heeft daardoor ernstige tweede en derdegraads brandwonden opgelopen, waarover zij heeft verklaard dat het de ergste pijn was die zij ooit heeft gevoeld. Dat deze brandwonden door een verwarmingsbuis zouden zijn ontstaan, vindt de rechtbank niet aannemelijk. De littekens van deze wonden zullen voor altijd op haar lichaam zichtbaar blijven. Daarnaast heeft de verdachte in een periode van tien jaar zijn voormalige vrouw meerdere keren mishandeld, waarbij de vrouw onder meer twee gebroken ribben en een klaplong heeft opgelopen.
De ten laste gelegde feiten vonden plaats in de relationele sfeer, in een zekere beslotenheid. De verdachte heeft de feiten ontkend maar de rechtbank oordeelt dat de vrouw betrouwbare verklaringen heeft afgelegd. Haar verklaringen zijn gedetailleerd en vormen een consistent verhaal. Bovendien komen onderdelen van haar verklaringen overeen met objectief vastgestelde feiten. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij de lichamelijke integriteit, de persoonlijke vrijheid en het levensgeluk van zijn voormalige partner op grove wijze heeft geschaad.
De rechtbank veroordeelt de man tot twee jaar gevangenisstraf. Omdat het lang heeft geduurd voordat de zaak op zitting kwam, krijgt hij zes maanden daarvan voorwaardelijk opgelegd. Als bijzondere voorwaarde daarbij geldt dat hij op geen enkele wijze contact mag opnemen met zijn ex-partner. Ook moet hij haar ruim 10.000 euro schadevergoeding betalen.