De reeks strafbare feiten vond plaats van maart 2020 tot en met februari 2021. De jongen zocht telkens de confrontatie op met leeftijdsgenoten of oudere jongeren en gedroeg zich vervolgens agressief en bedreigend tegenover deze slachtoffers. Hij maakte meerdere keren gebruik van een mes om zijn bedreigingen kracht bij te zetten.

De jongen werd in januari van dit jaar aangehouden en geschorst uit de voorlopige hechtenis, onder strenge voorwaarden als huisarrest en intensieve hulpverlening en dat hij zich niet opnieuw schuldig zou maken aan strafbare feiten. Daar heeft hij zich niet aan gehouden. Zo heeft hij op 8 februari dit jaar een winkeldiefstal gepleegd en op 27 februari een persoon mishandeld. 

Ondanks zijn jonge leeftijd heeft de jongen zich schuldig gemaakt aan ernstige geweldsdelicten. Hij ontkent het merendeel van de aan hem verweten strafbare feiten en legt de schuld bij anderen als ontkennen geen zin meer heeft. Volgens hem werd hij door anderen bedreigd, beledigd of uitgedaagd. De rechtbank acht het zorgelijk dat de jongen hiermee geen enkele verantwoordelijkheid lijkt te nemen voor zijn gedrag.

De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat de jongen, volgens de psycholoog die hem heeft onderzocht, sociaal-emotioneel op een zeer laag niveau functioneert en het van belang is dat hij daarvoor behandeling opgelegd krijgt. De rechtbank neemt ook het advies over dat de feiten de jongen in licht verminderde mate zijn toe te rekenen. Verder is rekening gehouden met zijn jonge leeftijd en dat hij niet eerder is veroordeeld.

De rechtbank vindt het belangrijk dat, om herhaling te voorkomen, hij behandeling en intensieve begeleiding krijgt. De jongen heeft daarom voorwaarden opgelegd gekregen die inhouden dat hij moet meewerken aan een behandeling bij een ggz-instelling en begeleiding door de jeugdreclassering en een jongerencoach.