De 28-jarige man had eerder al negatieve ervaringen met het slachtoffer gehad. Op de bewuste dag liepen de man en zijn vriendin langs een woning waar het slachtoffer verbleef. Het slachtoffer is toen achter de verdachte en zijn vriendin aangelopen. Het slachtoffer wilde verhaal halen en riep dat de man hem nog geld moest betalen. De man en zijn vriendin liepen door, maar het slachtoffer bleef hen achtervolgen. Volgens de verdachte heeft het slachtoffer hem tweemaal van achteren op het hoofd geslagen. De derde klap trof zijn hoogzwangere vriendin. Direct daarna heeft de verdachte het mes uit zijn werkbroek gepakt en het slachtoffer viermaal gestoken. Het slachtoffer raakte ernstig gewond en moest met spoed naar het ziekenhuis worden vervoerd en daar direct worden geopereerd aan vier potentieel fatale letsels in buik, borst en flank.
De man verklaarde dat hij pas na zijn aanhouding, kort na het incident, in de politieauto besefte wat er was gebeurd. Hij zei dat hij tijdens het incident werd bevangen door hevige emoties. De man was al langere tijd bang voor het slachtoffer. In 2016 beschuldigde het slachtoffer de man van het besmeuren van diens auto met verf. Hij werd daarna al eens achtervolgd door een groep personen met honkbalknuppels en messen. Het slachtoffer maakte volgens de verdachte deel uit van die groep. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat de man een PTSS-stoornis heeft. Deze is mede ontwikkeld door de ervaringen met het slachtoffer in het verleden. Mogelijk ook door andere incidenten zoals brandstichting en vernieling aan de woning van de man en zijn vriendin. Daarvan laat de rechtbank in haar vonnis in het midden of het slachtoffer hier achter zit.